Thema We gaan weer naar school

Een nieuwe school

Sasha is zenuwachtig. Ze gaat namelijk voor het eerst naar haar nieuwe school. Onderweg komt ze haar meester en ook een klasgenoot tegen. Dat maakt het een stuk minder spannend. In de school zit ook een kinderdagverblijf. Ashaan wordt door zijn zingende oma gebracht. Bij het oversteken letten ze goed op.

Draai het apparaat naar de liggende modus om de verkeersplaat te zien

Afbeelding verkeersplaat Een nieuwe school

Aanvullende informatie

Zo aan het begin van het schooljaar is het weer even wennen aan elkaar. Niet alleen op school in de groep zelf, maar ook in het verkeer.

In de groep

Speel het verhaal af op het digitaal schoolbord.
Bespreek na. Hoe is iedereen vandaag naar school gekomen? Op de fiets, step, lopend of met de auto? Kom je alleen of ga je met je ouders? Is het bij onze school ook zo druk als in het verhaal?
Bekijk de plaat met de leerlingen en stel verdiepings¬vragen. Wie staan er veilig en wie niet? Waarom moet je bij de stoeprand stoppen? Wat zien jullie nog meer op de plaat?
Laat de leerlingen in de verkeersplaat spellen, video’s en liedjes ontdekken, alleen of klassikaal.

Praktijkoefeningen

Ga met de leerlingen naar buiten en bespreek de situatie rondom de school.

Waar is de stoep?
Waar is de weg?
Voor wie is de stoep, de weg, het fietspad? Waarom?
Wat moet je doen als je wilt oversteken?
Waar kun je het beste oversteken?

Schoolbrengweek

September is de Maand van de Veilige Schoolomgeving in Zuid-Holland. Tijdens de derde week – van 12 tot en met 16 september- is het Schoolbrengweek. We roepen alle ouders en leerlingen dan op massaal lopend of op de fiets naar school te komen. Want lopen of fietsen naar school is:

Goed voor je gezondheid en bewegen bevordert je leerprestaties,
Goed voor de verkeersveiligheid bij school,
Goed voor de verkeersvaardigheid van de kinderen,
Goed voor het milieu,
... en het is nog eens leuk ook!

Op https://www.schoolopseef.nl/schoolbrengweek vindt u tips en materialen om ook op uw school aandacht aan deze week te besteden.

Na een lange zomerperiode vrij is het wennen om weer naar school en werk te moeten. Iedereen moet weer terug naar een vast ritme, terug naar verplichtingen. Ook in het verkeer wordt het weer drukker. Met de verkeerkalenderplaat kunt u uw kind hier goed op voorbereiden.

Speel het verhaal en bespreek het na met uw kind. Hoe gaan wij naar school/werk? Waar zijn de ‘moeilijke’ plekken in de buurt, als het gaat om oversteken? Hoe kunnen we daarmee oefenen?
Ontdek met uw kind in de verkeersplaat spellen, video’s en liedjes.

Tips voor in het verkeer

Zorg dat u op tijd vertrekt. Dat geeft rust en zorgt ervoor dat u niet hoeft te haasten in het verkeer.
Ga zoveel mogelijk lopend of op de fiets (of step), want meters maken in het verkeer is gezond, bevordert de leerprestaties, is goed voor de verkeersveiligheid bij school en voor de verkeersvaardigheid van de kinderen, goed voor het milieu,... en het is nog eens leuk ook!
Benoem onderweg wat u doet en welke keuzes u maakt: ‘Hier gaan we oversteken, eerst naar links kijken, dan naar rechts en dan nog een keer links.’
Geef het goede voorbeeld in het verkeer.
Begeleid uw kind in het verkeer totdat het circa 9 jaar is.

Schoolbrengweek

Op https://www.schoolopseef.nl/schoolbrengweek leest u meer over deze week.

Een nieuwe school

Zoef, zoef, doet de step. Sasha maakt een sprong en komt weer neer. Snel stept ze achter haar broer aan. Haar buik kriebelt. Dat begon al bij het ontbijt. Ze is zenuwachtig. Vandaag gaat ze samen met haar broer naar de nieuwe school. Ze zijn hier pas komen wonen.

Het nieuwe huis is wel leuk. Ze moeten nog veel verbouwen. Er komt een trampoline in de tuin. Vlakbij is een skatebaan. Daar heeft ze de hele vakantie geoefend met haar step. Samen met haar broer. Maar die school? Met allemaal nieuwe kinderen? Brrrr! Hun moeder moest vanmorgen bij de bouwers blijven. ‘Ik haal jullie straks wel op’, heeft ze beloofd. Sasha vindt het maar stom. Zonder hun moeder is het nog spannender.

Haar broer steekt zijn hand uit. Ze stoppen en gaan de stoep op. Ze zijn bijna bij school. ‘Dit wordt leuk hoor Sas,’ zegt haar broer. ‘Het is net als een nieuwe trick proberen. Gewoon doen. En als het dan lukt, ben je trots op jezelf!’ Sasha maakt nog een sprong met de step. ‘Kom op Sasha’, zegt haar broer. ‘Niet hier op de stoep. Je botst bijna tegen die jongen aan!’

Bij de school is het druk. Er komen kinderen met de fiets. Andere worden gebracht met de auto. Sasha kijkt om zich heen. In de verte zwaait haar nieuwe buurjongetje naar haar. Hij wordt gebracht door zijn oma. En daar loopt Noa. Die heeft ze al in het skatepark gezien.

Noa mag alleen naar school lopen. Hij woont heel dichtbij. Zijn moeder kijkt naar hem tot hij veilig op het schoolplein is. Hij wil nog een keer zwaaien. Als hij achteromkijkt, roept zijn moeder: “Noa, je broodjes!” Snel rent hij terug naar huis. Helemaal vergeten! Dat gebeurt wel vaker. Noa wil uitvinder worden. Maar soms, als hij dagdroomt, vergeet hij de andere dingen om hem heen. Bijna botst hij tegen een meisje met een step aan. Hij stopt met rennen. Zo kan hij beter op het andere verkeer letten. ‘Hallo verstrooide professor’, zegt zijn moeder. Ze geeft hem de boterhammen. En nu weer terug naar school.

‘Mooie helm!’ zegt een meneer met een skateboard tegen Sasha. ‘Goed dat je hem op hebt. Wat vind je van die van mij?’ ‘Ook mooi’, zegt Sasha een beetje verlegen. ‘Ik ben blij dat er nog iemand is met dezelfde hobby. Kunnen we lekker kletsen’, zegt de meneer. Hij geeft haar een knipoog. Sasha snapt er niets van.

‘Hoi meester!’ roept Noa als hij weer langsloopt. Sasha kijkt verbaasd. Zit Noa bij haar in de klas? En is dit de nieuwe meester? Sasha kijkt naar haar broer en lacht. Ineens vindt Sasha het niet meer zo spannend. Dit wordt vast een leuk jaar!

Oma brengt Ashaan naar het kinderdagverblijf.

Ze zingt hardop: ‘Stap stap stap, ga je mee? Wij gaan wandelen met z’n twee. Voet voor voet, zo is hoe het moet.’ Ashaan is trots op oma. Ze kan zo mooi zingen. Soms komt ze op televisie. Dat wil Ashaan later ook. Hij oefent vaak met oma. Ze verzinnen een liedje bij alles wat ze doen.

‘We zijn er’, zegt oma. Ashaan zwaait naar de kinderen die hij kent. In de verte ziet hij zijn buurjongen en buurmeisje staan. Die gaan al naar de basisschool. ‘Hoi! Hallo! Hoooi!’ roept hij. Hij rent naar de stoeprand. Er stopt een auto. De mevrouw in de auto doet het raampje open. ‘Ik schrok van jou,’ zegt ze tegen Ashaan. ‘Op de stoep blijven hoor!’ De mevrouw parkeert de auto op de parkeerplaats. De kinderen in de auto gaan ook naar school.

‘Wij gaan stoppen met zingen en opletten,’ zegt oma. ‘Kom je bij de stoeprand, dan is het altijd…?’ ‘Stop!’ roept Ashaan. ‘Inderdaad,’ knikt oma ‘Dan kijken we eerst kijken we naar de ene kant, komt daar wat aan? Dan kijken we naar de andere kant. Komt er niets, dan mogen we gaan.’

Ashaan lacht. ‘Dat klinkt toch als een liedje oma!’ zegt hij. ‘O jee, dat ging per ongeluk’, zegt oma. Ze moet ook lachen. Samen steken ze over. Dan gaat Ashaan naar binnen. ‘Lekker spelen, niet vervelen, samen delen’, zingt oma. Ashaan zwaait naar haar. Daag oma. Tot vanmiddag.