Alles samen doen
Dina is samen met haar vader onderweg naar school. Er komen kleine wolkjes uit hun mond als ze uitblazen. Onderweg komen ze Sasha en haar moeder tegen. Als ze moeten oversteken, laten Dina en Sasha zien dat ze dat al heel goed zelf kunnen. Bijna bij school zien Sasha en Dina dat hun ouders gezellig lopen te kletsen. Letten zíj́ eigenlijk nog wel op?
Aanvullende informatie
In de groep
- Speel het verhaal af op het digitale schoolbord of op een computer / tablet.
- Bespreek na. Waarom moet je stoppen bij de stoeprand? Hoe steek je veilig over bij een zebrapad? En als er geen zebrapad is? Hoe steek je over bij verkeerslichten? Wat zien jullie nog meer op de plaat?
- Laat de leerlingen in de verkeersplaat spellen, video’s en liedjes ontdekken, alleen of klassikaal.
Praktijkoefeningen
Oversteken bij een zebrapad
Teken met stoepkrijt een zebrapad op het plein. Laat een aantal leerlingen fietsen of op een kar zitten. Zij vormen het ‘verkeer’. De rest gaat oefenen met oversteken.
Stop op de laatste stoeptegel voor de stoeprand.
Kijk naar links, rechts en nogmaals naar links.
Wacht wanneer er verkeer aan komt rijden. Als het verkeer doorrijdt, begin je weer opnieuw met kijken.
Als het verkeer stopt of er komt niets meer aanrijden, steek je rustig en recht over.
Blijf kijken tijdens het oversteken: eerst naar links, dan naar rechts.
Let op: auto’s stoppen niet altijd voor het zebrapad!
Zie voor meer oefeningen in de klas of op het plein de tab ‘handige links’
U kunt al vroeg beginnen met oefenen in oversteken en opletten in het verkeer. Door hardop uit te spreken hoe oversteken gaat en waar je op moet letten, leert uw kind de regels in het verkeer. Sta heel bewust bij elke weg (stoplicht of niet) stil met kinderen en laat ze zelf nadenken en meedoen met het oversteken. ‘Wat moeten we eerst doen? Komt er een auto aan? Wat doen we als het stoplicht het niet doet of knippert?’ Benoem onderweg ook wat u doet en welke keuzes u maakt: ‘Hier gaan we oversteken, eerst naar links kijken, dan naar rechts en dan nog een keer links.’ Van heel veel herhalen en vooral heel veel zelf laten nadenken en doen, leren ze het ’t beste.
Bekijk samen het filmpje met het verhaal en praat erover met uw kind. Hoe gaan wij naar school/werk? Waar zijn de ‘moeilijke’ plekken in de buurt, als het gaat om oversteken? Hoe steken we daar over? Ontdek met uw kind in de verkeersplaat spellen, video’s en liedjes.
Tips voor in het verkeer
- Geef zelf dus altijd het goede voorbeeld. Hou u aan de regels. Steek recht over een zebrapad en stop bij rood licht. Ook al komt er niets aan. Uw kind neemt ongemerkt uw gedrag over.
Zie voor meer oefeningen in de klas of op het plein de tab ‘handige links’
Alles samen doen
‘Zullen we wat sneller gaan?’ vraagt Dina. ‘Dan worden we vanzelf warm’. Ze zijn samen onderweg naar school. Dina in haar rolstoel en haar vader lopend. Er komen kleine wolkjes uit hun mond als ze uitblazen. ‘Niet té snel hoor’, zegt haar vader. ‘Het kan nog een beetje glad zijn onderweg.’
Als ze ergens moeten oversteken, zegt Dina’s vader: ‘Even samendoen!’ Ze kijken naar links en naar rechts en nog eens naar links. Dan steken ze veilig over. Zo gaat het elke dag.
In de buurt bij school komen ze Sasha en haar moeder tegen. Sasha heeft vandaag geen step bij zich. Vanmorgen lag er nog een heel dun laagje natte sneeuw op de straten. Ze mocht van haar moeder daarom niet op de step. ‘Dan ga je op je snufferd. Trek maar je stevige schoenen aan, we gaan met de benenwagen’, zei ze.
‘Het laatste stukje samen?’ vraagt Dina aan Sasha. Dat lijkt Sasha wel leuk.
‘Blijven jullie wel bij ons in de buurt?’ zegt Sasha’s moeder. ‘We moeten nog een keer oversteken.’ ‘Zie je wel,’ zegt Dina’s vader. ‘Het is helemaal niet gek om samen over te steken.’ Wel als jij weer je rare loopje gaat doen!’ zegt Dina. ‘O, schaam jij je weer voor mij?’ ‘Wat doet hij dan voor raar loopje?’ vraagt Sasha. Dina’s vader begint al lopend te dansen. ‘Ik hou gewoon van dansen,’ zegt hij. De moeder van Sasha giechelt.
‘Zullen we voortaan samen naar school gaan?’ vraagt Sasha. Ze vindt het wel gezellig zo samen met Dina en haar vader. Ze komen aan bij de weg met de verkeerslichten. Hier rijden de auto’s best wel hard. Voordat haar vader iets kan zeggen, roept Dina: ‘Hier weet ik zelf hoe ik moet oversteken!’ Haar vader lacht. ‘Nou laat maar eens zien dame.’
Het lichtje bij de voetgangers is rood. Dat betekent dat ze niet kunnen oversteken. Dina drukt op het knopje. De verkeerslichten van de auto’s gaan van groen naar oranje en dan naar rood. De automobilisten weten dat ze moeten stoppen. Nu springt het verkeerslicht voor de kinderen op groen. Voordat de kinderen gaan oversteken, kijken ze eerst nog een keer goed naar links, rechts en links. Is al het verkeer echt gestopt? Dan mogen de kinderen oversteken. Ze blijven goed naar links en rechts kijken en lopen rustig naar de overkant. Hun ouders lopen er achteraan.
De vader van Dina steekt zijn duim op naar de moeder van Sasha. Dat deden de kinderen samen goed!
Nu is het nog maar een klein stukje over de stoep naar school. ‘Mogen we vooruit? Ik zie onze vrienden al!’ vraagt Sasha. Er komt geen antwoord. Dina en Sasha kijken achterom. Hun ouders lopen gezellig te kletsen. Letten zíj́ eigenlijk nog wel op?
Op het knopje drukken
‘Mag ik op het knopje drukken?’ vraagt Ashaan. Hij staat met oma in de lift. ‘Weet je welke knop?’ vraagt oma. Natuurlijk weet Ashaan dat. De lift zoeft naar beneden. Vanaf oma’s huis naar school is het maar een klein stukje. Met de lift gaan is het leukste deel.
Ashaan wil graag op alle knoppen drukken. De knop om de televisie aan te zetten. Het knopje op de autosleutel van papa om de deur te openen. Het knopje van de lift. Als dan ineens iets gaat bewegen of opengaat, voelt het een beetje als toveren.
‘Oei wat een fris windje,’ zegt oma. Ze trekt de sjaal van Ashaan stevig aan. Ze stappen flink door. Oma’s hand is lekker warm. Het is best fijn om oma’s hand vast te houden. Zo blijft zijn hand ook warm. ‘Stop je andere hand maar in je zak,’ zegt oma. Zingend lopen ze naar school.
Ze komen bij de grote drukke weg. Ashaan stopt netjes bij de stoeprand. ‘Zeg, grote knoppen-drukker,’ zegt oma. ‘Waar wacht jij nog op?’ Ashaan kijkt naar het verkeerslicht. Er zit een grote gele knop. Hij haalt zijn hand uit zijn zak en drukt met zijn wijsvinger op de knop. Nu gaat het licht voor de auto’s op rood. Ashaan kijkt naar het voetgangerslicht. Waar blijft hij nou? En ja, daar is het groene mannetje. Nu mogen de voetgangers! Oma en Ashaan kijken eerst goed naar de ene kant, de andere kant en weer de ene kant. Alle auto’s zijn gestopt. Ze kunnen rustig oversteken. ‘Je hebt weer alle auto’s laten stoppen met maar één vinger,’ zegt oma. ‘Dat blijft toch wel bijzonder.’ ‘Ik kan gewoon toveren oma,’ zegt Ashaan. En zo is het.
Handige links
- Oefeningen: Lopen op de stoep / Lopen langs obstakels / Recht oversteken
- Oefeningen: Oversteken bij een verkeerslicht / Oversteken bij een zebrapad / Oversteken tussen geparkeerde auto's
- Oefeningen: Oversteken bij een brede weg met middenberm / Oversteken bij een kruispunt / Oversteken bij een T-splitsing
- Vijf tips voor de verkeersopvoeding van jonge kinderen
- Informatie over de ontwikkeling van jonge kinderen in het verkeer en wat je als ouder kunt doen om dit te begeleiden
-
Ouderbrochure met informatie over de ontwikkeling van jonge kinderen in het verkeer en wat je als ouder kunt doen om dit te begeleiden
PDF-bestand van jonglereninhetverkeer.nl, opent in nieuw venster.
- Een oefening voor het oversteken
-
Video met tips voor goed oversteken
YouTube-video, opent in nieuw venster
-
Video over de ontwikkeling van kinderen in het verkeer
YouTube-video, opent in nieuw venster
-
Liedje: Stoeprand-stop
Een filmpje met het liedje met de tekst en plaatjes uit het boekje. YouTube-video, opent in nieuw venster
- Een serie liedjes met tekst en muziek